Als fysiotherapeut ben je bezig om het bewegingsapparaat te behandelen als daar klachten zijn. De pezen en spieren maken daar een belangrijk onderdeel van uit. De spieren bestaan uit heel veel losse draadjes die in elkaar kunnen grijpen en ook weer uit elkaar kunnen schuiven. Je kunt dit nabootsen door van beide handen de vingers te spreiden en de vingers van beide handen tussen elkaar te laten schuiven.

Hierdoor worden de spieren in zijn totaliteit langer en korter. De spieren gaan langzaam over in pezen en de pezen gaan langzaam over via het beenvlies in het bot. Over het algemeen is de overgang van het ene weefsel naar het andere weefsel meestal het zwakke punt. Vergelijk het maar met hoe vroeger een waslijn werd gespannen, dan werd er een spijker in de muur geslagen en aan die spijker werd een lijntje geknoopt. Het ging dan meestal fout omdat de spijker uit de muur viel of het touwtje los kwam van de spijker. De spier is meestal in het midden dik en is aan de uiteinde smaller waar hij dan over gaat in een pees. Een mooi voorbeeld is de biceps in de bovenarm oftewel de spierballen. Het grote voordeel hiervan is dat ter hoogte van de gewrichten er alleen maar pezen lopen die niet zoveel plaats innemen. Dit zorgt ervoor dat er rond het gewricht niets in de weg zit wat de bewegingen kan remmen. Rond de gewrichten kunnen we de botten voelen maar tussen de gewrichten door is dat over het algemeen moeilijker. De belangrijkste taak van de spieren is te zorgen dat de gewrichten bewegen. Zoals al eerder gezegd lopen de spieren/pezen over een of meer gewrichten. De aanhechting van de pezen zitten vlak bij het gewricht daardoor kunnen ze met weinig verkorting toch een grote hoekverandering plaats laten vinden. De klink van een deur zit altijd ver van de scharnieren af. Het voordeel daarvan is dat het maar weinig kracht kost om de deur open of dicht te doen maar je moet wel een grote beweging maken om de deur helemaal open of dicht te doen, terwijl als je dicht bij het scharnier duwt je met een minimale beweging de deur veel laat bewegen, maar dat kost dan wel weer veel kracht. Kortom doordat de vezels van de spieren in elkaar kunnen grijpen en de pezen dicht bij het scharnierpunt van het gewricht liggen kan er met een geringe verkorting al een grote beweging plaats vinden. Wij noemen dit een concentrische contractie. Dit gebeurt als we iets optillen. Als we datgene wat we opgetild hebben ook weer neerzetten dan moeten we gecontroleerd de spier langer laten worden. Dit noemen we een excentrische contractie. Voor het lichaam zijn de excentrische contracties veel belastender dan de concentrische contracties. Er treden dan eerder beschadigingen op in het spierweefsel, wat overigens ook weer gewoon hersteld. We hebben allemaal wel eens meegemaakt dat we na een bergwandeling spierpijn hadden. Dat kwam dan vooral van het afdalen waarbij de bovenbeenspieren vooral excentrische contracties uitvoeren.

Ik kom veel mensen tegen die zeggen dat ze een slijmbeurs ontsteking hebben. Dit is dan meestal gebaseerd op het feit dat ze veel pijn hebben en dat ze op een lokale plek pijn hebben. Wat is een slijmbeurs nou eigenlijk ? U moet zich voorstellen dat in het lichaam verschillende structuren aanwezig zijn. En al deze structuren moeten tijdens het bewegen over elkaar heen kunnen glijden en schuiven. In het lichaam zit op veel plaatsen vet die net als in een motor ervoor zorgt dat het soepel langs elkaar loopt. Echter op sommige plaatsen komt er tussen structuren meer wrijving voor, en daar zit dan een zogenoemde slijmbeurs. Dit is een zakje met vocht wat tussen de twee structuren in ligt. En wanneer deze structuren ten opzichte van elkaar bewegen rolt dat zakje vocht ertussen door waardoor er minder wrijving ontstaat. Vergelijk het maar met 2 ruwe bakstenen die als je die hard op elkaar drukt bijna niet ten opzichte van elkaar kunt verschuiven. Maar als je er een ballon gevuld met wat water tussen legt wordt die wrijving ineens een stuk minder. Dat is ongeveer de werking van de slijmbeurs. Zoals ik al eerder gezegd heb is een slijmbeurs of in het latijn bursa, vooral aanwezig op plekken waar al veel wrijving voorkomt. Als door overbelasting om wat voor reden ook, de wrijving nog meer toeneemt kan de bursa geïrriteerd raken en spreken we van een bursitis of slijmbeurs ontsteking. De slijmbeurs reageert met extra vocht aan te maken waardoor hij dikker wordt. Door deze zwelling zal de wrijving intern alleen maar toenemen en zal de pijn dus erger worden. In eerste instantie zal rust ervoor moeten zorgen dat de klachten verdwijnen, maar eventueel kunnen ook ontstekingsremmers door de arts voorgeschreven worden en de arts kan er ook voor kiezen om de slijmbeurs te injecteren. Een slijmbeurs kan ook ontstaan agv een infectie. Het is dan aan de arts om de infectie middels medicatie of een injectie te bestrijden. Een bursitis is vaak aanwezig op de knie en elleboog agv het veel erop steunen, zoals bij het leggen van vloerbedekking, waarbij bij het opspannen van de vloerbedekking veel met de knie tegen een apparaat wordt geduwd. In de schouder en in de heup komen ook bursa voor, Het blijkt echter dat bij aanvullend onderzoek middels echografie het maar zelden voorkomt dat deze dan ook daadwerkelijk ontstoken zijn. De reden van de pijnklachten heeft dan een andere oorzaak. Medicatie of een injectie heeft in dit soort gevallen geen of slechts een tijdelijk resultaat. Belangrijk is dan om de werkelijke oorzaak van het probleem op te sporen. Dit kan dan o.a. een verkeerd bewegingspatroon of een uitstralende pijn vanuit de nek of onderrug zijn.

De welverdiende vakantie zit er voor de meeste mensen op en iedereen is de draad weer aan het oppakken. We hebben in de zomer lekker genoten van de aanlokkelijke terrasjes en lekker in de zon gelegen tijdens deze mooie zomer. Maar het nieuwe sportseizoen staat voor de deur en dat betekent ook, dat we weer massaal gaan trainen bij onze sportclubs. Dat is natuurlijk hartstikke goed voor onze gezondheid.

Toch gaat het in het begin wel eens mis omdat we te snel van start gaan. De spieren en pezen zijn een tijdje minder belast geweest en gaan dan ook in kwaliteit achteruit. Dat is niet zo erg want de boog kan nu eenmaal niet altijd gespannen staan. Toch zie ik dat na de vakantie het wel eens mis gaat doordat we lid zijn van verschillende sportclubs, en tegelijk met alle trainingen mee moeten doen. En dat is dan wel even teveel van het goede. Overbelasting van pezen kan dan snel optreden. Wanneer je dat op tijd opmerkt is er niet zoveel aan de hand want dan is het een kwestie van gas terug nemen en kijken wat precies de reden van de overbelasting is. Je kunt dan denken aan: Verkeerd of inmiddels versleten schoeisel. Verkeerde techniek gebruiken omdat we die in de vakantie zijn verleerd Stijfheid van gewrichten waardoor er meer weerstand in de beweging optreedt. Hoe merk je nu dat er sprake is van overbelasting. De overbelasting is onderverdeeld in 6 fases. In de eerste fase is er na het sporten wat stijfheid in een specifiek gebied. Niet te verwarren met de bekende spierpijntjes na het sporten. In de tweede fase is er stijfheid bij het begin van het sporten. In deze fase wordt vaak gedacht dat doorgaan met sporten het beste is omdat we dan denken dat we de pijn eruit sporten. Maar helaas niets is minder waar. Als je in deze fase doorgaat wordt het erger In de derde fase is er stijfheid bij het begin van het sporten en wordt deze in de loop van het sporten wel minder, of verdwijnt helemaal, maar er is ook weer dezelfde pijn na het sporten In de vierde fase verdwijnt de pijn niet meer tijdens het sporten In de vijfde fase is er bij het sporten hevige pijn en treden er ernstige beschadigingen op in het pees en spierweefsel In de zesde fase scheurt de pees af als we niet naar de waarschuwingssignalen luisteren. Gelukkig komt dit in de praktijk zelden voor. Je kunt ook alleen maar doorsporten met zoveel pijn als er tegelijk ook veel pijnstillers geslikt worden. Dit soort blessures komen alleen maar voor bij topsporters waarbij veel op het spel staat. Fase 1 is voor de meeste mensen moeilijk te herkennen. Maar fase 2 en 3 zijn voor iedereen wel herkenbaar. Wanneer je in deze fase zit is het zaak om snel gas terug te nemen. Wanneer de pijn dan niet binnen enkele weken verdwijnt met rust is het verstandig om deskundige hulp in te schakelen om te kijken wat de onderliggende reden is voor de aanhoudende blessure.

Risicofactoren KANS

De 5W’s Als we kijken naar de risicofactoren voor het ontwikkelen van klachten in nek-, schouder- en armgebied (tegenwoordig KANS genoemd; Klachten Arm, Nek en Schouder) moeten we altijd integraal kijken naar 5 punten, de zogenaamde 5W-aanpak. En hoewel we deze doorgaans alleen toepassen in de werksituatie, gelden de factoren onveranderd ook voor activiteiten in de thuissituatie.

Het gaat om de volgende factoren:

Werkdruk Als mensen onder tijdsdruk werken, kost wat kost een deadline willen halen en steeds een piekbelasting leveren, ontstaat er een continue spanning in de spieren van met name de nek en de schouders. Omdat men tussentijds onvoldoende pauzes neemt krijgen de spieren en pezen geen kans zich te herstellen. De mentale spanning vertaalt zich als het ware in lichamelijke (spier)spanning.

Werkorganisatie Monotoon werk – zeker als dat werk is dat een eenzijdige belasting betekent voor de spieren en de pezen – vormt een risicofactor. Deze factor lijkt versterkt te worden in situaties waarin mensen weinig of geen invloed hebben op de indeling van hun werk en waarin men de werksfeer als niet prettig ervaart.

Werktijden Naarmate men langere werkdagen maakt en langer achter elkaar dezelfde bewegingen maakt c.q. in dezelfde houding werkt neemt de kans op klachten toe. Het risico lijkt vooral toe te nemen als op een reeds bestaande (forse) belasting nog eens een extra piek komt. Vaak zien we dat mensen die klachten in arm, nek en schouder hebben gekregen goed kunnen aangeven welke activiteit de klachten heeft uitgelokt of versterkt. In de omgeving van de universiteit bijvoorbeeld betreft het dan vaak het door werkweken van 60- 70 uur proberen af te ronden van een artikel. Werkplek Een slecht ingestelde

werkplek (opstelling van het beeldscherm, toetsenbord en muis, stoelen die niet in de hoogte instelbaar zijn, geen steun geven of armsteunen missen, verkeerde hoogte van tafels, een koude werkomgeving) vormen allemaal factoren die de kans op klachten in arm, nek en schouder verhogen. Werkwijze /

Werktechniek Een slechte houding bij het zitten, een slechte techniek bij het typen of het bedienen van de muis, het niet of onvoldoende nemen van rustpauzes, het niet goed gebruiken van een bureaustoel, het werk onvoldoende afwisselen met activiteiten die niet steeds dezelfde spieren belasten, een verkeerd gebruik van de spieren of dwangstanden van gewrichten verhogen het risico.

Wat is een whiplash?

Whiplash betekent letterlijk ‘zweepslag’. Deze naam geeft aan dat het hoofd een heftige achterwaartse en voorwaartse beweging maakt ten opzichte van de romp en is dus een omschrijving van het soort trauma.

Hoe ontstaat een whiplash?

Whiplash treedt op bij een trauma zoals een aanrijding op de fiets of met de auto (met name van achteren of van de zijkant), maar het kan ook het gevolg zijn van bijvoorbeeld duiken of bij een val op de schouder waarbij het hoofd doorzwaait.

Whiplash herkennen

De gevolgen van whiplash kunnen zich manifesteren als een groot aantal klachten in de vorm van nek-, hoofd- en schouderpijn, vermoeidheid, slaapproblemen, geheugenstoornissen, concentratiestoornissen, gedragsveranderingen, emotionele labiliteit, duizeligheid, misselijkheid, tintelingen, wazig zien, (bewegings)angst en zweten. Deze kunnen zich presenteren binnen enkele minuten, uren of dagen. Sommige personen geven na de whiplash géén gevolgen aan, bij anderen ontwikkelt zich in verloop van tijd wel een klachtenbeeld. Waarom bij de een wel en de ander niet is voor een groot deel onbekend. Het heeft onder andere te maken met de aard, de duur en het soort trauma en met lichamelijke, sociale en psychologische factoren.

Wat kunt u zelf doen

Wanneer uw hoofd een achterwaartse en voorwaartse beweging heeft gemaakt, dan is het voor een gunstig herstel van groot belang wat u hierna doet. Het is belangrijk welke activiteiten u onderneemt. U kunt een aantal dagen rustig aan doen of u gaat door met de gang van zaken zoals altijd. Na een whiplash moet u niet op een geforceerde manier activiteiten ondernemen, zoals bijvoorbeeld uw tuin omspitten. Te zware belastingen kunnen klachten uitlokken of verergeren. De gevolgen van whiplash kunnen optreden

Uw fysiotherapeut helpt

De behandeling van patiënten met de gevolgen van whiplash heeft de laatste jaren een ontwikkeling doorgemaakt. Voorheen werd met name alleen gekeken naar het lichamelijk probleem. Uit studies bleek dat bij deze aanpak de patiënten eerder een passieve houding aannamen met uiteindelijk onvoldoende resultaat. Bij actieve therapie wordt meer verantwoordelijkheid van u gevraagd. Het gaat dan om het oefenen gericht op bijvoorbeeld spierkracht, duizeligheid, coördinatie en de beweeglijkheid van nek en schouder(s), (dagelijkse) activiteiten, de begeleiding en het aanleren van vaardigheden om met de klachten om te gaan. U heeft dus een actieve rol in de behandeling en krijgt hierdoor meer verantwoordelijkheid ten aanzien van het herstelproces. Fysiotherapie en/of Manuele Therapie is erop gericht om u in dit actieve proces te begeleiden, te sturen en te informeren.

Een veel voorkomende kwaal van het bewegingsapparaat zijn de nekklachten. Deze klachten kunnen verschillende oorzaken hebben. Denk bijvoorbeeld aan arthrose (slijtage) of een nekhernia alhoewel deze frequenter in de onderrug voor komt of een whiplash door een trauma. Maar de meeste nekklachten zijn het gevolg van een verkeerde houding.

In onze huidige maatschappij zitten we erg veel en daar is ons lichaam eigenlijk niet voor gemaakt. Vroeger waren we veel meer in beweging en had het lichaam een rechtopstaande houding. Hierdoor behield de wervelkolom zijn normale krommingen. In de natuurlijke houding is de wervelkolom onderin de rug hol en thv de borstkas bol en in de nek weer hol. Hierdoor maakt de wervelkolom een aantal bochten zodat hij kan veren en dat is goed om er voor te zorgen dat ons hoofd niet te veel harde schokken krijgt als we lopen. Als we gaan zitten gaan we vaak lekker onderuit zitten. Hierdoor wordt de onderrug lekker bol. Soms wordt deze houding juist aangenomen omdat we last hebben van de onderrug. Een kromme rug is echter niet goed voor de onderrug maar tegelijkertijd halen we de holte in de nek eruit. Ons hoofd komt voor de romp te staan en dat heeft verschillende consequenties. Omdat het hoofd voor de romp komt te staan wil het hoofd voorover vallen. Gelukkig houden de spieren aan de achterkant van de nek dat wel tegen maar dat kost wel veel energie. Als we de wervelkolom laten doorlopen vanuit een kromme rug dan zitten we met ons hoofd naar de grond te kijken. Dit compenseren we dan om hoog in de nek achterover te knikken. Dit is vergelijkbaar met langdurig naar de sterrenhemel te kijken. En de meeste weten dat als je dat lang doet je een stijve nek over houdt met hoofdpijn. Tegelijk zet je in deze houding de gewrichten hoog in de nek op slot. Deze gewrichtjes geven vooral de nek de mogelijkheid om te draaien of om te kijken. Je kunt dit zelf makkelijk uit proberen om in de normale stand om te kijken en dat te vergelijken hoe dat gaat als je je hoofd achter in de nek legt. Je zult dan merken dat het omkijken in het laatste geval minder ver gaat. Als we door ons zittend werk deze houding langdurig aanhouden gaan we dit als onze “natuurlijke” houding zien. We krijgen dan steeds minder ruimte om het hoofd nog rechtop te houden en dat voelt dan ook tegelijk stijf aan. De weg van de minste weerstand is dan om maar met het hoofd naar voren te zitten waardoor het probleem langzaam steeds groter wordt. We gaan het hoofd steeds meer naar voren brengen en steeds meer hoog in de nek compenseren waardoor de hoofdpijn steeds heftiger wordt. Om het probleem op te lossen is het vooral belangrijk een juiste zithouding aan te nemen. Daarnaast moet de wervelkolom los gemaakt worden bij de overgang van de borst naar de nek en in sommige gevallen moet de onderrug los gemaakt worden zodat ook de juiste zithouding gehandhaafd kan worden.

Vaak hoor je iemand zeggen ik heb een meniscus. In eerste instantie denk ik dan gelukkig maar want het zou vervelend zijn als je er geen hebt. Maar waarschijnlijk bedoelenze dan wat anders. In ons lichaam denkt iedereen bij een meniscus aan de knie maar we hebben ook een meniscus in de pols zitten. Beschadigingen hiervan komen veelminder frequent voor.

 De meniscus is van kraakbeen en zit gedeeltelijk vast op het scheenbeenplateau. We hebben een meniscus aan de binnenkant en aan de buitenkantvan het kniegewricht zitten.U moet zich voorstellen dat het plateau van het scheenbeen erg vlak is en zelfs bolvormig. Hierop staat het bovenbeen met twee ronde wielen.Hierdoor krijg je natuurlijk een goed beweeglijk gewricht maar in deze vorm ook erg instabiel. De menisci zorgen door hun vorm ervoor dat er een kom gevormd wordt.De meniscus is een halve maan vorm die aan de binnenzijde van het gewricht dun is en naar buiten toe steeds breder wordt. Hier passen de wielen van het bovenbeenmooi in zodat er meer stabiliteit aanwezig is. De vorm van het gewricht in combinatie met de gewrichtsbanden noemen wij de passieve stabiliteit ( we hebben er geeninvloed op) en de spieren om het gewricht leveren de actieve stabiliteit (dit kunnen we zelf actief sturen) De vorm van het gewricht bepaald in hoge mate hoe beweeglijkhet gewricht is. Zowel de schouder als de heup hebben beide een kogelgewricht maar omdat de kogel van de heup veel dieper in de kom ligt als bij de schouder is de heupstabieler maar ook veel minder beweeglijk dan de schouder. In de knie is er door de menisci een tussenoplossing gecreëerd. Zoals ik al eerder heb gezegd wordt door devorm van de menisci de kom dieper gemaakt waardoor er meer stabiliteit is. Omdat de meniscus van kraakbeen is gemaakt is hij ook vervormbaar. Hierdoor is er meerbeweeglijkheid mogelijk als wanneer het uit bot zou hebben bestaan. Wanneer iemand het heeft over een meniscus is er tijdens een beweging een scheurtje opgetredenin de meniscus. Zo’n scheurtje kan verschillende vormen hebben. Er zit dan een losse flap die soms in de weg komt te zitten. Er zijn dan slotklachten aanwezig doordatde flap als een wig tussen de gewrichtsvlakken gaat zitten. Door wat te bewegen kan er ruimte gemaakt worden zodat de flap van de meniscus weg schiet en er weerbewogen kan worden. Tegelijk zal er zwelling aanwezig zijn en is er een instabiel gevoel omdat de vorm niet meer helemaal aansluit. In eerste instantiezal geprobeerdworden om met oefeningen de kracht en stabiliteit te trainen. Hierdoor neemt de aktieve stabiliteit toe om de verminderde passieve stabiliteit op te vangen. Wanneerde beschadiging te groot is zal er operatief ingegrepen moeten worden. Het losse flapje zal dan via een kijkoperatie weggesneden worden. De verminderde stabiliteitzal daarna indien nodig ook weer met oefeningen getraind moeten worden.

In het lichaam komen soms allerlei krakende geluiden voor. Ik krijg dan regelmatig de vraag kan dat kwaad of is er iets mis. In de meeste gevalle is er niets aan de hand. Eerst zal ik vertellen waar die geluiden vandaan kunnen komen. In grote lijnen zijn er 3 verschillende krakende geluiden te horen. Als eerste is het zogenoemde crepiteren. Dat klinkt alsof je door de verse sneeuw loopt.

Dit is ook het geluid wat we het meeste horen. Dit geluid komt van pezen die door peesschedes lopen. De spieren in het lichaam gaan over in pezen en die pezen zitten dan weer vast aan het bot. Meestal zitten de pezen dicht bij het gewricht vast, omdat ze daar het meeste invloed kunnen uitoefenen op de gewrichtsbewegingen. Om te zorgen dat de pezen op hun plaats blijven zitten tijdens bewegingen of verschillende gewrichtsstanden, zijn er peesschedes aangelegd waar de pezen doorheen lopen. In het lichaam is overal vet aanwezig, bij sommige wat meer als bij de ander. Dit vet zit tussen alle structuren in het lichaam en zorgt o.a. voor het makkelijk glijden van de structuren t.o.v. elkaar. Soms zit er dan te weinig vet tussen de pees en peesschede en hoor je de pees knisperen. Dit kan uiteraard weinig kwaad. Alleen wanneer er langdurig teveel wrijving tussen de pees en peesschede optreedt kan er irritatie op gaan treden. Dit gaat dan ook gepaard met pijn. Pas dan is het zaak om er iets aan te doen. Dit geluid is voor de mensen zelf altijd goed te horen terwijl de omgeving er niets van merkt. Dat komt doordat we de geluiden horen via trillingen in het gehoororgaan. Normaal vangen we die trillingen via de gehoorschelp op. Maar in bovenstaande gevallen gaan die trillingen in het lichaam via de botgeleiding naar het gehoororgaan. De buitenwereld merkt daar dus meestal niets van. Een ander geluid is het knappende geluid wat iedereen nog wel kent van het hard ombuigen van de vingers, of wat ook wel gebeurt tijdens het zogenaamde kraken bij de manueel therapeut. In het gewricht zit vloeistof ook deze vloeistof is er voor om te zorgen dat de gewrichtsoppervlakken met zo min mogelijk wrijving t.o.v. elkaar kunnen bewegen. In de vloeistof zijn ook belletjes stikstof aanwezig. Die belletjes stikstof kunnen gaan samen klonteren tot een grotere bel stikstof. Wanneer er dan meer ruimte in het gewricht komt door er bijv. hard en snel aan te trekken wordt de druk in het gewricht even anders en kan de stikstofbel ontploffen of uit elkaar spatten. Dit geeft dan dat knappende gevoel. Ook dit kan natuurlijk geen kwaad. Het derde geluid is een knoeperend geluid. Ik vind dat altijd een heel vervelend geluid en ontstaat a.g.v. vergaande arthrose. De gewrichtsoppervlakken zijn dan zover onregelmatig dat je de botten over elkaar heen hoort schuiven. Dit gaat ook gepaard met veel pijn.

Het SI gewricht staat voor het sacro iliacale gewricht oftewel het gewricht tussen het heiligbeen (sacrum) en de bekkenbeenderen (Ilium) Het is een zeer stevig gewricht doordat het heiligbeen als een soort wig tussen de bekkenbeenderen ligt. De bekkenbeenderen zijn verbonden met banden zodat deze stevig verankerd zijn. Het gewrichtsoppervlak van de botstukken is ongelijkmatig waardoor er eigenlijk, slechts 3 graden, beweging mogelijk is.                              

Ondanks het feit dat patiënten het gewricht vaak aanwijzen als plek waar de pijn zit, zijn de meningen nogal verdeeld in hoeverre dit gewricht daadwerkelijk de oorzaak is van de rugklachten. Binnen de fysiotherapie zijn er een aantal testen ontwikkeld om het SI-gewricht te testen. Er moeten er minimaal 2 van de 4 positief zijn willen we beweren dat het een SI probleem is. In de andere gevallen is het vaak een weerpijn die ter hoogte van het SI-gewricht gevoeld wordt. Het SI gewricht kan om verschillende redenen wel pijnlijk zijn. Bij de zwangerschap met bekken instabiliteit. Door hormonale veranderingen worden de banden soepeler. Dit is nodig om de bekkenbeenderen wat te kunnen laten wijken zodat het geboortekanaal groter kan worden tijdens de bevalling. U begrijpt dat door het wegvallen van de steun van de banden het gewricht instabieler wordt en dus ook makkelijker geïrriteerd. De banden van het SI gewricht kunnen ook geïrriteerd raken door overbelasting doordat de rugspieren te zwak zijn en daardoor te weinig ondersteuning geven aan de banden. Een misstap of een trauma kunnen ook klachten geven aan het SI-gewricht. Door een beenlengteverschil kunnen de SI-gewrichten ook overbelast raken. Verder is de reumatische aandoening morbus Bechterew een bekende oorzaak voor het krijgen van SI klachten. Bij deze reumatische aandoening treedt er een verbening van de banden rond de rug op wat gepaard gaat met ontstekingen van die banden. Als er een verdenking van SI problemen is dan moet dat eerst vastgesteld worden middels een vraaggesprek en testen. Afhankelijk van de oorzaak kan er gekozen worden om in eerste instantie het gewricht te ontlasten door rust of een bekkenband om daarna met spierversterkende oefeningen de banden te ontlasten. Wanneer er sprake is van een blokkade of anders gezegd als het SI gewricht vast zit dan kan met gerichte oefeningen het gewricht in beweging komen Mocht dat niet lukken dan kan met een manipulatie het gewricht los gemaakt worden. Uiteraard moet altijd gekeken worden of de bekkenscheefstand niet door een beenlengteverschil wordt veroorzaakt. Een hakverhoging zou dan te overwegen zijn. Al moet men hier altijd terughoudend in zijn, omdat dit een zodanige verstoring in het lichaam kan geven waardoor er juist weer andere klachten kunnen optreden. In sommige gevallen waarbij de klachten zeer ernstig zijn dan kan het gewricht geïnfiltreerd worden.

De tussenwervelschijf of discus bestaat uit een ronde kern (de nucleus) met daaromheen een aantal ringen de annulus fibrosis. De tussenwervelschijf zit zoals de naam zegt tussen de wervels en zorgt ervoor dat de wervelkolom beweeglijk is en daarnaast heeft het ook een schok dempende werking. De ringen rond de nucleus zorgen er normaal gesproken voor dat de kern in het midden van de tussenwervelschijf blijft zitten. Door deze positie van de nucleus kunnen de wervels makkelijk bewegen tov van elkaar Vergelijk het maar met een bal tussen twee plankjes. Wanneer we voorover buigen zullen de voorkant van de wervels naar elkaar toe komen en aan de achterkant gaan ze open staan. De nucleus zal dan naar achteren willen schuiven. Echter wanneer de wervels aan de achterkant open gaan staan worden tegelijk de annulus fibrosis aan de achterkant opgespannen. Deze geven dan tegendruk aan de nucleus zodat die toch zoveel mogelijk op zijn plaats blijft zitten. Echter als we dat veel doen, bijv als we een hele tijd in de tuin hebben gewerkt, dan zal het daarna moeilijk zijn om weer rechtop te komen staan. Dit komt dan omdat de nucleus ver naar achteren is verplaatst waardoor het moeilijk is om de wervels weer op elkaar te krijgen. Na wat heen en weer bewegen lukt dat dan meestal wel weer. Het kan natuurlijk voorkomen dat er teveel kracht op de annulus fibrosis komt waardoor deze gaat uitlubberen danwel gaat scheuren. De discus kan dan niet meer goed op zijn plaats gehouden worden en dan ontstaan er vaak rugklachten. In het ergste geval ontstaat er dan een hernia. De officiële benaming is hernia nucleus pulposes. Oftewel hernia is scheur en pulposes is uitpuilen. De kern van de tussenwervelschijf puilt uit door een scheur in de annulus fibrosis. Als we een tussenwervelschijf bekijken bij baby’s dan is dat bijna water terwijl dit bij 80 jarige meer op een bruine pasta lijkt. Bij het ouder worden is de substantie van het weefsel anders. Hierdoor zijn er minder suikers aanwezig in de tussenwervel. Deze suikers hebben het vermogen om vocht aan te trekken. Bij zware belasting is er veel druk op de wervels aanwezig. Let op dit is bij zitten vele malen hoger als bij staan en bij liggen is de druk het laagst. Overdag wordt er dus door de druk water uit de tussenwervelschijf geperst en als we ’s-nachts slapen wordt er door de suikers weer vocht aangetrokken en is de discus weer dikker. ‘s-morgens zijn we ook langer dan ’s-avonds en dat kan wel tot 3 cm schelen. Vandaar dat we ’s-morgens ook veel stijver zijn want onze spieren zijn dan relatief korter tov onze lengte. Tegelijk weten we dan ook dat oudere mensen krimpen. De tussenwervelschijven nemen minder vocht op en worden dan smaller. De volgende keer zal ik verder ingaan op de consequenties die dat heeft.

crossmenu