Spieren en pezen



Als fysiotherapeut ben je bezig om het bewegingsapparaat te behandelen als daar klachten zijn. De pezen en spieren maken daar een belangrijk onderdeel van uit. De spieren bestaan uit heel veel losse draadjes die in elkaar kunnen grijpen en ook weer uit elkaar kunnen schuiven. Je kunt dit nabootsen door van beide handen de vingers te spreiden en de vingers van beide handen tussen elkaar te laten schuiven.

Hierdoor worden de spieren in zijn totaliteit langer en korter. De spieren gaan langzaam over in pezen en de pezen gaan langzaam over via het beenvlies in het bot. Over het algemeen is de overgang van het ene weefsel naar het andere weefsel meestal het zwakke punt. Vergelijk het maar met hoe vroeger een waslijn werd gespannen, dan werd er een spijker in de muur geslagen en aan die spijker werd een lijntje geknoopt. Het ging dan meestal fout omdat de spijker uit de muur viel of het touwtje los kwam van de spijker. De spier is meestal in het midden dik en is aan de uiteinde smaller waar hij dan over gaat in een pees. Een mooi voorbeeld is de biceps in de bovenarm oftewel de spierballen. Het grote voordeel hiervan is dat ter hoogte van de gewrichten er alleen maar pezen lopen die niet zoveel plaats innemen. Dit zorgt ervoor dat er rond het gewricht niets in de weg zit wat de bewegingen kan remmen. Rond de gewrichten kunnen we de botten voelen maar tussen de gewrichten door is dat over het algemeen moeilijker. De belangrijkste taak van de spieren is te zorgen dat de gewrichten bewegen. Zoals al eerder gezegd lopen de spieren/pezen over een of meer gewrichten. De aanhechting van de pezen zitten vlak bij het gewricht daardoor kunnen ze met weinig verkorting toch een grote hoekverandering plaats laten vinden. De klink van een deur zit altijd ver van de scharnieren af. Het voordeel daarvan is dat het maar weinig kracht kost om de deur open of dicht te doen maar je moet wel een grote beweging maken om de deur helemaal open of dicht te doen, terwijl als je dicht bij het scharnier duwt je met een minimale beweging de deur veel laat bewegen, maar dat kost dan wel weer veel kracht. Kortom doordat de vezels van de spieren in elkaar kunnen grijpen en de pezen dicht bij het scharnierpunt van het gewricht liggen kan er met een geringe verkorting al een grote beweging plaats vinden. Wij noemen dit een concentrische contractie. Dit gebeurt als we iets optillen. Als we datgene wat we opgetild hebben ook weer neerzetten dan moeten we gecontroleerd de spier langer laten worden. Dit noemen we een excentrische contractie. Voor het lichaam zijn de excentrische contracties veel belastender dan de concentrische contracties. Er treden dan eerder beschadigingen op in het spierweefsel, wat overigens ook weer gewoon hersteld. We hebben allemaal wel eens meegemaakt dat we na een bergwandeling spierpijn hadden. Dat kwam dan vooral van het afdalen waarbij de bovenbeenspieren vooral excentrische contracties uitvoeren.

crossmenu